Column: Superwoman
COLUMN – Ik rol mijn yogamat uit en ga zitten. Het is inmiddels jaren geleden dat ik hier voor het laatst was. De docente is dezelfde, de ruimte en de fijne sfeer ook. Maar ík ben wel veranderd. En benieuwd.
Eens in de zoveel tijd krijg ik de schrijfkriebels en wil ik even iets delen. Een gevoel, een beeld of een ervaring.
Deze momenten pluk ik uit mijn hersenen en vat ik met liefde samen in een persoonlijke column.
Zoek je specifieke columns?
Lees al mijn columns hier:
COLUMN – Ik rol mijn yogamat uit en ga zitten. Het is inmiddels jaren geleden dat ik hier voor het laatst was. De docente is dezelfde, de ruimte en de fijne sfeer ook. Maar ík ben wel veranderd. En benieuwd.
COLUMN – ‘Volgens mijn tabel is dit toch echt geen spoedeisende vraag’, zegt de stem aan de andere kant van de lijn. ‘Dus ik wil u verzoeken om morgenochtend terug te bellen. Gaat u nu maar lekker slapen, mevrouw.’
COLUMN – Ik ben genezen van mijn slaapapneu. Ja, ik weet het. Het kwam voor mij ook als een verrassing. Ik had gerekend op een leven lang slapen met aanpassingen. Maar sinds een paar dagen ben ik genezen verklaard. Hoe dit kwam? Daarvoor neem ik je mee naar drie dagen geleden.
COLUMN – ‘Slapen met zo’n masker is helemaal niet sexy.’ Ik weet nog dat hij dat als reden opgaf om zich niet te laten onderzoeken. Om er niets aan te doen. En nu is het te laat…
COLUMN – Het is vakantie en ik loop een rondje om de kreek. Voor een voorbijganger lijkt het gewoon, maar voor mij is het veel meer. Ik geniet van de zon op mijn huid, de weerspiegeling van het water en de trots door mijn aderen. Trots?
COLUMN – Ik geef het eerlijk toe: mijn man en ik hebben een luxe leven. Toen mijn dochter drie maanden oud was, besloot ze al ’s nachts lekker door te slapen. Zalig! Maar vandaag is anders.
Mijn dochtertje is op school en ik ben geconcentreerd aan het werk achter mijn laptop. Plotseling popt er een berichtje omhoog. “Sinds kort weet ik dat ik slaapapneu heb. Ik dacht dat het iets was dat alleen oudere, zwaar snurkende mensen krijgen, maar nu heb ik het zelf. Wat…”
“Ik heb mijn dochter naar school gebracht en wandel mijn dagelijkse wandeling door de buurt. Verderop staat een man in een speeltuin. Ogen gericht op de smartphone in zijn hand. Om hem heen rent een meisje. In de kinderwagen naast de man schatert een klein jongetje haar vol overgave toe. Een mooi moment. Dan ineens vertrekt het gezicht van het dochtertje en..”